Een transit, ook wel overstap genoemd, is een tussenstop op een luchthaven waarbij passagiers van een vlucht moeten overstappen op een andere vlucht om hun eindbestemming te bereiken. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn omdat de oorspronkelijke vlucht niet rechtstreeks naar de bestemming gaat of omdat er geen beschikbare stoelen waren op de rechtstreekse vlucht.
Tijdens een transit moeten passagiers door de douane en immigratiecontroles gaan voordat ze hun nieuwe vlucht kunnen vinden. Dit kan betekenen dat passagiers visa moeten aanvragen of specifieke reisdocumenten moeten hebben, afhankelijk van de landen die ze bezoeken tijdens hun transit.
Een transit biedt passagiers de kans om luchthavens te verkennen of om te ontspannen voordat ze weer verder reizen. Veel luchthavens hebben winkels, restaurants en andere faciliteiten om passagiers te vermaken tijdens hun verblijf.
Een transit kan echter ook stressvol zijn, vooral als er weinig tijd is tussen vluchten of als er vertragingen optreden. Het is daarom belangrijk om voldoende tijd te plannen tussen vluchten, zodat er genoeg tijd is om door de douane en immigratie te gaan en om de volgende vlucht op tijd te halen. Het is ook handig om de luchthavenplattegrond te bestuderen en te weten waar de gate van de volgende vlucht is, zodat er geen tijd wordt verspild bij het zoeken naar de juiste locatie.
Ten slotte kan het betalen van extra aandacht aan de bagage helpen om de transit soepel te laten verlopen. Passagiers moeten er zeker van zijn dat hun bagage correct is gelabeld en dat deze rechtstreeks naar hun eindbestemming gaat. Dit voorkomt onnodige tijd en moeite bij het ophalen en inchecken van bagage tijdens de transit.
Kortom, een transit is een tussenstop op een luchthaven waarbij passagiers overstappen op een andere vlucht. Het kan zowel plezierig als stressvol zijn en er zijn verschillende factoren om rekening mee te houden bij het plannen ervan.